DS 1- HSC 1: Een welverdiende 5-3 overwinning

Door Michel van der Stee

Zaterdag 7 oktober speelden we thuis tegen een oude bekende, HSC 1 uit Helmond. Na de mooie overwinning in de eerste ronde lag hier een goede kans om eventuele degradatiezorgen vroeg in het seizoen al weg te nemen. Op papier hadden we immers een klein overwicht, mede doordat HSC enigszins gehandicapt kwam opdagen en wij op volle oorlogssterkte konden aantreden. Aan motivatie geen gebrek in ieder geval, temeer daar wij vorig seizoen nog een flink pak slaag hadden gekregen van deze tegenstander.

Peter hield voorafgaand aan de wedstrijd een inleidend praatje, dat gelukkig iets minder lang duurde dan zijn speech een maand eerder op een receptie ter gelegenheid van zijn 40-jarig jubileum op het werk. Daarbij dreigden de aanwezigen, waaronder Rob en ondergetekende, bijna te bezwijken door uitdrogingsverschijnselen. Als het had gekund hadden we ongetwijfeld ‘Het duurt te lang’ van Davina Michelle opgezet. Maar dat terzijde. Sorry Peter, want verder was het wel een leuk verhaal over de veranderingen in de automatisering bij de bank. Van ponskaarten, het printen van dagafschriften, floppy disks, kettingformulieren, saldolijsten en wat dies meer zij, tot aan het digitale tijdperk waarin we nu leven.

De mooiste partij van de dag was zonder meer die van Wil op bord 4, die ik vrijwel geheel heb kunnen volgen omdat ik zelf op het bord ernaast speelde. Wil speelde zijn gebruikelijke 1.e4, waarna zijn jeugdige tegenstander met 1..,d5 antwoordde. Scandinavisch dus. Ik heb daar de ballen verstand van, maar ‘El Presidente’ kent zijn pappenheimers over het algemeen vrij goed en kwam al snel heel goed te staan. Met de zwarte koning in het midden leek een vroegtijdige beslissing aanstaande, maar zo simpel bleek het nou ook weer niet te zijn. Nadat zwart op zet 17 eindelijk had kunnen rokeren, leken zijn ergste problemen op het eerste gezicht voorbij en begon ik voorzichtig te twijfelen aan een goede afloop. Objectief was het nog steeds gewonnen voor wit, maar ja die vervelende tijdnood hè. Op zet 22 had Wil de partij prachtig kunnen beslissen met Lf7 (zie stelling hieronder).

Hij had die zet wel gezien, maar met minder dan een minuut op de klok kreeg hij het vervolg niet goed doorgerekend. (de winst loopt via 1. Lxf7+ kxf7 2. Pxd6+ cxd6 3 De7+ kg6 4. Te3!) Bovendien dreigde zwart mat op dat moment en dan moet je wel heel zeker zijn van je zaak. Een paar zetten later kreeg Wil nog een mooie kans om het af te maken, deze keer iets simpeler, maar ook hier speelde de tijdnood hem parten. Zoals het ging kon zwart zijn dame geven voor een toren en twee stukken en mocht Wil uiteindelijk blij zijn met eeuwig schaak. Jammer dat deze fraaie partij niet met een vol punt werd bekroond.

Martien trof op bord 1 de sterkste tegenstander van de dag. Wit speelde de Jobava variant van het Londen-systeem met Pc3 op de tweede zet, maar miste al snel een tactische voortzetting die hem een pion kostte, maar waarvoor hij nog wel enige compensatie had. Enige tijd daarna snoepte Martien nog een tweede pion en had hij daarna nauwkeurig voortgezet, dan had wit het heel erg moeilijk gekregen. Martien miste echter de enige zet die hem winst kon opleveren en kon toen een ‘eeuwig schaak’ op zijn dame niet verhinderen. Remise dus, maar wel met een gouden randje.

In bovenstaande stelling werd remise gespeeld door zetherhaling na het zwarte ..,Kd7 (Ta3-b3-a3). Martien had echter serieuze winstkansen als hij ..,Da4! had gevonden. De penning van de witte toren is lastig en daardoor heeft zwart voldoende tijd om via Pc8 en b6 de boel te verdedigen. Met 2 pionnen extra zijn de winstkansen erg groot.

Rob (zwart op bord 5) had het lastig, mede omdat hij zich tijdens de partij mateloos had gestoord aan het onophoudelijke wortelknagen van een van de tegenstanders. Na een zet of 12 had ik al niet veel vertrouwen meer in de zwarte stelling en dat werd nog minder toen wit even later zijn loper naar f6 speelde. Met h6 had Rob de aanval misschien nog kunnen stuiten, maar een stuk is een stuk, zal hij gedacht hebben en hij besloot de loper dan ook maar te slaan. Gelukkig bleek het offer puur op gevoel te zijn gespeeld, want wit koos daarna al snel voor eeuwig schaak. Als hij iets langer had gekeken, dan was het niet zo moeilijk geweest om de winst te vinden. Daar kwamen we goed weg.

Arjan speelde met wit op bord 8 en kreeg een Najdorf tegen zich. In een scherpe stelling koos hij het verkeerde plan (die mooie loper mag je natuurlijk nooit ruilen), wat hem uiteindelijk een kwaliteit kostte. Pogingen om de stelling nog te compliceren werden vakkundig afgeslagen door zijn tegenstander en die wist dan ook het volle punt naar zich toe te trekken. Jammer voor ons, maar wel een terechte uitslag. Een geluk bij een ongeluk is dat het Arjan geen ratingpunten heeft gekost.

Heel wat beter verging het Peter op bord 2. Toen ik voor het eerst ging kijken zag ik al dat hij een kwaliteit had gewonnen en dat de zwarte koningsstelling volledig open lag. Een kreupel paard op g7 moest de boel nog enigszins bijeen houden, maar het was duidelijk dat dit onhoudbaar zou blijken. Een beetje oppassen nog, maar techniek kun je wel aan Peter overlaten. Een zeer degelijke en mooie overwinning, al vrees ik dat de tegenstander er een slapeloze nacht aan heeft overgehouden. Jammer dat Peter na afloop al snel was vertrokken, anders hadden we het hele verhaal van hemzelf kunnen horen.

Zelf speelde ik op bord 3 tegen een collega zwaargewicht. Deze speelde tegen mijn Pirc al vrij snel a4 om vervolgens zijn dame via b1 naar a2 te brengen. Hoogst ongebruikelijk, maar ik kon niet goed bedenken waarom deze opzet niet zou deugen en ik kreeg ook totaal geen tegenspel. Integendeel, lange tijd moest ik me verdedigen tegen allerlei vervelende dreigingen, waarbij het gemakkelijk mis had kunnen lopen. Rond zet twintig had ik me eindelijk een beetje losgewerkt en zag ik aan mijn tegenstander dat hij niet goed meer wist hoe hij verder moest. Saddle bags!, dacht ik, denkend aan het boek ‘A man in full’ van Tom Wolfe, waarin de hoofdpersoon bij onderhandelingen wacht op zweetvlekken onder de oksels bij zijn opponent en dan weet dat hij gewonnen heeft. Zover was het in mijn partij natuurlijk niet, maar aan de zetten te zien en de zwaarder wordende ademhaling van mijn tegenstander, begon ik steeds meer in mijn winstkansen te geloven. En zowaar, een paar zetten later kon ik met een leuke truc een stuk winnen en even later de partij. Lekker hoor.

En dan nog een ander hoogtepunt, de partij van Gilion. Na zijn ‘killer move’ die geen ‘killer move’ bleek te zijn, had hij uit frustratie bijna vroegtijdig remise aangeboden aan zijn ruim 200 punten lager ‘gerate’ tegenstander. Daar staat echter een flinke boete op en dus was hij wel gedwongen nog even verder spelen. Geluk is met de dommen, zeggen ze wel, maar Gilion zal zeggen dat je het geluk moet afdwingen. Hoe dan ook, een paar zetten later kreeg hij pardoes een kwaliteit toegeworpen die hij dankbaar in ontvangst nam. Daarna was het niet moeilijk meer, al duurde het uiteindelijk nog (onnodig) lang voordat de vis op het droge was. We hebben een stralende Gilion uiteraard overladen met complimenten na deze overwinning, waarna hij zelfs spontaan besloot een rondje te geven. Ga zo door Gilion, we zijn blij met je!

 Brent verkeert al enige tijd in een serieuze vormcrisis. Een abominabel resultaat in Triëst, verlies in de eerste ronde van de externe competitie en een zeldzaam verlies in de Topcompetitie. Spoken de Italiaanse schonen nog te veel door zijn hoofd of heeft het te maken met zijn nieuwe openingsrepertoire dat als motto kent dat je eigenlijk altijd minimaal een pion moet offeren om een mooie partij te spelen? We zullen het niet weten, maar Brent had het zaterdag opnieuw moeilijk. De opening (Frans) verliep nog prima en na ongeveer tien zetten had wit een klein voordeel kunnen bereiken. Maar toen speelde toch die onbedwingbare neiging om te offeren weer op. Het geplande stukoffer was objectief weliswaar niet goed, maar had wel praktische kansen opgeleverd. Uiteindelijk durfde Brent het niet aan en daarna was het lastig voor hem om een concreet plan te verzinnen. Rustig verder ontwikkelen dan maar en kijken wat er gebeurt. Dat dacht zijn tegenstander ook en met logische zetten kwam die geleidelijk steeds beter te staan. Zwarts 17e zet had Brent volledig gemist en als er geen teambelang op het spel had gestaan, waren de stukken op dat moment waarschijnlijk in de doos gedaan. Omdat dat wel het geval was, besloot onze clubkampioen naar eigen zeggen nog maar even door te ploeteren. En dat betaalde zich uit. Een verloren stelling werd geleidelijk iets minder verloren en uiteindelijk zelfs naar remise gevoerd. Wel als laatste aan het bier daardoor, maar je moet er iets voor over hebben.
Hieronder volgt nog de partij met analyse:

Al met al een welverdiende 5-3 overwinning.

Laat een reactie achter

Je emailadres is niet zichtbaar