Begin en eind: Slechte loper, goed paard

Door Arjan Schuurmans

Op zaterdag ochtend, 4 november, vertrokken we met volle moed naar Maastricht. Immers vorig jaar hadden we 4-4 tegen hen gespeeld, met kans op meer.

Vanuit Eindhoven vertrokken chauffeur Gilion, teamleider Rob en Arjan in een auto met een eens ultramoderne navigatiesysteem, maar nu behoorlijk verouderd. In Maastricht bleek dat de tunnel onder het centrum nog niet bekend was, en werd de afslag naar onze speellokatie, het MVV stadion, gemist. Dankzij deze toeristisch omweg, arriveerden we gelijktijdig met de andere auto uit Den Bosch. Ook Niels kwam net aangereden, perfecte timing volgens Gilion.

In de speelzaal leek het er eerst op dat de Maastrichtse schaakclub schaakstukken met een fabricagefout hadden gekocht. De zwarte lopers, koning en dame hadden een wit puntje, en vice versa. Maar nee, dit was geen Staunton spel, maar een luxere uitvoering.

Dan nu de partijen!

Op bord 8 stond mijn tegenstander toe dat ik de dames kon ruilen, met ontwikkelvoorsprong en verlies van rochade voor hem. Even later kreeg ik een stelling met een goed paard tegen slechte loper.

Een paar zetten later maakte mijn tegenstander een grove fout, waardoor het geen lange partij werd. 1-0 voor Dubbelschaak, dat zag er goed uit!

Op bord 3 speelde Michel zijn partij, waarvan Michel aangaf dat hij compleet overspeeld was. Ik heb de partij niet gezien, maar het was nu 1-1.

Brent speelde op het tweede bord een opmerkelijke partij. Lang bleven alle stukken en pionnen op het bord, en werd alles behoorlijk dicht gezet. Uiteindelijk kwamen de strijders remise overeen.

Brent:

“Ik stond de hele partij iets beter of in ieder geval comfortabeler. Maar ik zag niet echt hoe ik er doorheen kon komen zonder hele grote risico’s te nemen. Deze stelling was een moment waar het had gekund: 27…a4 28. b4 cxb4 29. axb4 b5! Die laatste had ik gemist maar leidt tot een plusje voor zwart (overigens nog lang niet gewonnen)”

Zie de volgende partij:

Vervolgens een verrassing op bord 4, daar ging onze oud-voorzitter door de vlag! Wil had gemist dat hij nog maar weinig tijd had, maar de stelling was intussen al erg slecht. Het was lang gelijk opgegaan.

Wil:

“Ik heb hier geen problemen. Na Dd7 of De6 met idee iets naar g4 staat zwart actiever. Ik speelde het zwakkere Pe6. Nog niet veel aan de hand maar uiteindelijk verloor ik, in wederzijdse tijdnood.”

Intussen was de tijdnoodfase aangebroken. Vooral bord 6 werd een zeer chaotische partij.

Op bord 6 stond Niels heel slecht (-6), vervolgens verknalde zijn tegenstander het (+8), maar vond Niels niet de winnende voortzetting. Zijn tegenstander had vervolgens een eeuwig schaak, en bood remise aan dat geaccepteerd werd. Achteraf bleek dat zijn tegenstander hier een mat in 4 had.

Daarmee kwamen we goed weg. Maar de overige partijen zagen er na de tijdsnoodfase er niet zo goed uit. Rob kon dacht ik wel remise houden, maar de partijen van Martien en Gilion leken mij intussen verloren. De stand is 2-3.

En hier moet ik iets bekennen. Terwijl ik keek bij de partij van Gilion, begreep ik niets van de zetten. Waarom speelt zijn tegenstander nu niet Dame a2, en wint hij gewoon? Dit ging enkele zetten zo door, totdat Gilion zijn eigen koning schaak zette, en ik begreep dat de dames lopers waren…  Nee, geef mij maar gewoon een Staunton set, waar de loper gewoon een gleuf heeft. Ik word oud en conservatief…

Gilion:

Zwart kwam goed uit de opening. Na een kwaliteitsoffers werd de stelling gelijk, maar was het lastig voor wit om de gehavende stelling te verdedigen.

Martien had op bord 1 weer, zoals vanouds, een offer gebracht. Een offer dat er kansrijk uitzag, en achteraf bij de analyse thuis bij Rob nog steeds kansrijk eruit zag.  Ik laat Martien aan het woord, met een kort overzicht van zijn partij.

Martien:

Over mijn pot… Het blijkt dat mijn tegenstander en ik na beoordeling van de PC een zeer correcte partij hebben gespeeld! Zelfs de opening was OK, al was de Master-of-the-Lion-Brent het daar niet mee eens.

Mijn stukoffer op zet 16 (in onderstaande stelling)

was een prima zet en zwart had snel Kh8 moeten spelen om de partij in balans te houden. In plaats daarvan speelde hij in onderstaande stelling het sterk ogende ..,d5 wat  juist een zwakke zet was.

Met mijn Txd5 was niks mis, maar direct Ph5! Was nog iets sterker.

In onderstaande stelling kon ik verbeteren door Lf4 te spelen:

Na 20. ..,Lf6 21. Pxf6, Dxf6 22. Dg3 zit zwart serieus in de problemen.

Het bleef echter nog lang erg spannend. Wat zetten overslaand komen we bij de volgende stelling:

Met een volle toren geofferd inmiddels staat het nog altijd in balans! Ook na mijn gespeelde f6 blijft dat nog lange tijd. Echter, ik had hier 24. Le2, Dh4 25. D6, Dxf2 26. Lxf2, Ld8 27. Lg3 kunnen spelen en die pionnen geven zwart kopzorgen.

Mijn verliezende zet was uiteindelijk in onderstaande stelling 31. Kc1. Als ik in plaats daarvan a3 of d6 had gespeeld was de stelling nog in balans. Op Te2 speel ik namelijk gewoon Lg3 en mijn loperpaar geeft voldoende compensatie voor de kwaliteit.

Een heel leuke partij, die door de complicaties te moeilijk was. Het kan dan, zeker tegen een gelijkwaardige tot iets betere tegenstander, alle kanten op. Deze keer helaas net de verkeerde. Maar toch weer een leuk offerfestijn!”

Een aantal minuten later gaf ook Rob het op op bord  5.

Rob kon weer eens een vertrouwd gambietje aanbieden, maar het werd weer geweigerd. Wat resulteerde was een stelling met een geïsoleerde witte d-pion, waar wit zeker kansen heeft.

Rob:

“Het werd een Panov. Aangezien ik dit met zwart geregeld tegen krijg weet ik wel wat de witte plannen zijn. Wit heeft een isolani en zwart zal deze blokkeren. Wit moet daar actief om heen spelen en probeer een koningsaanval op te bouwen. Dat is in deze stelling mogelijk, tenminste via een 25. h4 enz. In plaats daarvan deed ik b4. Gemiste kans.”

Uiteindelijk kwam er na de tijdnoodfase, een stelling van slechte loper tegen goed paard op het bord.

Rob:

“Het 2e diagram laat een eindspel zien met sterk paard tegen een mindere loper van wit. Maar het is niet verloren. Als wit hier op de diagonaal c1-h6 blijft kan zwart niet echt verder. Natuurlijk kan hij het proberen. Wit zal gaan voor pion b5 en zwart krijgt daarvoor d4 en e5. Maar de witte c-pion wordt dan zo sterk dat zwart dat altijd zal moeten blijven bewaken. De pionnen op koningsvleugel worden geruild en het zal verzanden in remise. Moeilijk te zien, dat wel.”

2 – 6. Verloren. Mijn triomfantelijke gevoel na mijn partij was intussen als sneeuw voor de zon verdwenen. Hier moest even voor, niet op, gedronken worden door het team voordat de reis naar huis begon.

Laat een reactie achter

Je emailadres is niet zichtbaar