Dubbelschaak 2 vecht voor wat het waard is: te weinig

Voor de wedstrijd leerde een blik op de ratinglijsten van OSV 1 en Dubbelschaak 2 dat we gemiddeld zo’n 80 elo-punten tekort komen. We hadden even het idee om voor een tactische opstelling te kiezen. Door de overwinning op De Vughtse Toren is de nood niet meer aan de man en we besloten om de tegenstander met open vizier tegemoet te treden.
De wedstrijd begon na het brabants kwartiertje door onduidelijkheden in de governance van het derde team. Maar dan kunnen we aan de slag.
Wil en Hans hadden beiden een gelijke stelling en besloten al vroeg in te stemmen met remise. Qua stelling niets op af te dingen.
Tom en Jaap stonden beiden goed.

Tom met zwart trok met zijn pionnen op de koningsvleugel ten strijde. Het zag er goed uit, maar helaas pakte het verkeerd uit. In de WhatsApp groep vroeg hij zelf degradatie naar het derde aan, maar ons motto is Samen uit, samen thuis.
Jaap had met wit een pluspion. Zijn koningsvleugel raakte echter verzwakt met pionnen op h2, f2, f3 en e4 en druk van dame, toren en loper maakte het mat en de hatelijke nul onafwendbaar.

Deze twee tegenslagen leidden tot een 3-1 achterstand. Dit ontlokte bij Michel en Niels de verzuchting dat alles altijd weer van hen moet komen. Als je een echte vedette wilt zijn moet je het natuurlijk ook altijd weer waar maken. En Michel deed dat. In een middenspel met ieder een dame, 2 torens en 5 pionnen had hij het initiatief. In plaats van te kiezen voor een pionwinst combineerde hij knap naar een beslissende koningsaanval. Deze externe 3 uit 3!

Niels kreeg de Najdorf tegen en daarvan de Polugajevski-variant met de karakteristieke torenzet a8-a7. Volgens Niels niet helemaal correct, maar in de onderbond is dat natuurlijk zeer relatief. Niels won een pion, maar met 2 paarden in het centrum en gevaarlijke torens en dame voor wit was het begrijpelijk dat tot remise werd besloten. Nu is het 3,5 – 2,5 voor OSV.

Gerard offerde ook deze keer een stuk . En weer was het naar eigen zeggen goed, maar vergreep hij zich. Met een eindspel van koning en toren tegen koning, toren, paard en pion was het wachten op een nul. Gerard gaf trouw schaakjes van de achterste rij, maar dat er een paard meer is in het eindspel scheelt natuurlijk wel een stuk… Toen was het plotseling remise. Ik heb het nog een paar keer nagevraagd, maar het was echt zo. De tegenstander dacht dat de extra tijd er al bij was gekomen en vreesde door zijn vlag te gaan! Het was echter pas 5 uur, dus het half uur per persoon was er nog niet bij gekomen.

Mijn partij was dus beslissend. Ik kwam goed uit de opening en dacht het initiatief op de damevleugel te kunnen pakken. Met witte pionnen op a4, c4, d5, e4 en f3 en zwarte pionnen op a5, b6, c5, e5 en f4 stond de boel echter vast. De achtergebleven pion was voor zwart eenvoudig te verdedigen. Daarom richtte ik mijn verdediging op het voorkomen van een doorbraak met g5-g4 op de koningsvleugel.  Na 10 keer koning h1-h2-g1 koos ik voor een mogelijkheid tot tegenaanval met paard f2 (naast 2 pionnen en loper en dame gericht op g4) naar d3 ruilde ik 2 lichte stukken tegen pion en toren. Zwart hield alles echter knap dicht en maakte het gecontroleerd uit.
De volgende 2 rondes spelen we tegen de nummers 7 en 8. Dit moeten we winnen, vedette of niet!

Klasse 1A; Ronde: 3; za 13 dec; KNSB rating nov 2014