De opgave, die door Brent onlangs op de Dubbelschaak-WhatsApp-groep werd gepubliceerd, heeft voor mij een voorgeschiedenis. De datum weet ik niet meer, het zal in de negentiger jaren geweest zijn, dat Pieternel en Huub een avond bij ons doorbrachten. Het was een plezierige avond en uiteraard werd er ook een goed glas gedronken.
‘s-Anderdaags ontving ik van Huub een enveloppe met een vel papier met een eindspelstudie. Een diagram met de oplossing keurig eronder, de getypte tekst zal gelet op de woordkeus van Huub zelf zijn. Daaronder handgeschreven: “Hoi Tom, Als dank voor ’t aangenaam verpozen. Groetjes Huub” .
Niet alleen een bijzondere studie, maar ook een document, dat ik bewaard heb en koester. Kijk zelf maar. Brents studie begint overigens bij de derde witte zet.
Wit speelt en wint, Wotawa, 1960
Na 1.gxh5+ Kxf7 heeft Wit niets, dus: 1.f8D Txf8 2.gxh5+ En niet 2.Txf8 Pf6+ en b2. 2….Kf7 Nu is 3.Txf8+ Kxf8 4.Tf1+ Kg8 niets – maar het krankjorume, tot tranen toe ontroerende 3.Th8 wint. Er dreigt Tf1+, dus: 3…Txh8 4.Tf1+ Kg8 5.h6! gxh6 6.Ke7 Kg7 7.Tg1 mat.
Laat een reactie achter